
‘1 april vorig jaar ben ik gestart bij ROC Midden Nederland, daarvoor heb ik 26 jaar voor Defensie gewerkt en ben drie keer uitgezonden geweest: naar Irak in 2004, Afghanistan in 2011 en Mali in 2014. Daarnaast ben ik onder andere militair verpleegkundige geweest en leidinggevende van 40 instructeurs. Ik heb medische opleidingen gegeven, waarbij ik vooral manschappen, onderofficieren en artsen heb opgeleid op de thema’s: trauma en Hygiëne en Preventie Gezondheidszorg. De overstap naar ROC Midden Nederland kwam eigenlijk toen ik voor Defensie uitgezonden werd naar Mali en ik merkte dat dat niet goed was voor mijn gezin.’ Aan het woord is Gaston Planqué, docent aan het Gezondheidszorg College van ROC Midden Nederland in Utrecht. In dit interview vertelt hij hoe hij zijn studenten in een flow krijgt en hoe hij hen, naast professioneel, ook persoonlijk laat groeien.
Proberen
‘Aan het begin van de periode leg ik de focus op de student en hoe ik hem of haar door de periode heen kan gidsen. Ik moest wel wennen aan het geven van een beroepsthema. Die les duurt langer, daarom heb ik mezelf aangeleerd om tijdens die les dingen te proberen met studenten. Dat is ook mijn boodschap aan collega’s: wees niet bang om dingen te proberen. Als iets mislukt, is dat voor jezelf, maar de student ervaart dat vaak helemaal niet zo.’
Poker
‘Hoe daag ik studenten uit? Dat vind ik een belangrijke vraag. Als ik Kahoot inzet probeer ik dat nét anders te doen. Ik maak een stelling in Kahoot en laat ze over die vraag discussiëren met elkaar. Zo kan ik zien wat de student onder knie heeft en wat niet. We bespreken dan klassikaal de antwoorden die ze geven en dan geef ik aanvullend theorie, als dat nodig is. Eigenlijk geef ik achterstevoren les. Ook pas ik spelelementen toe, zoals poker. Vier genummerde bekers komen overeen met de vier genummerde antwoorden op een vraag. Elke student mag een tot drie fiches inzetten op één antwoord. Een goed antwoord betekent verdubbelen en bij een fout antwoord ben je je fiches kwijt. Dat pas ik vaak toe na het afronden van een stuk theorie.’
Broeden
‘Verwerkingsopdrachten maken de studenten zelfstandig; daar hebben ze niet altijd zin in, dus verwerk ik die ook vaak in een spel. Op die manier loods ik ze door de hele stof heen. En dat willen ze iedere dag. Tijdens mijn lesvoorbereiding ga ik broeden: hoe krijg ik ze bij de les? Ik wil graag creatief zijn en iets anders bedenken, zodat ik ze bij de les houd.’
Formatief
‘Nu hebben we beroepsthema Basiszorg. Studenten leveren drie plannen van aanpak hiervoor in, oplopend in complexiteit. De afspraak is dat deze plannen aan het einde van de periode worden ingeleverd. Samen met mijn collega’s heb ik afgesproken dat de studenten iedere drie weken een plan van aanpak opleveren, zodat ze het volgende plan met meer kennis kunnen maken. We beoordelen dan niet, maar geven feedback. We zetten het formatief in en leggen dan goed uit waarom we het zo doen.’
Teamvorming
'Ik heb veel ervaring als militair verpleegkundige, op het gebied van trauma heb ik veel kennis. Mijn collega's mogen me altijd vragen stellen over hoe je een team vormt: daar heb ik in mijn tijd bij Defensie ook veel over geleerd.'

Coach
‘Met de Beroepsthema-docenten hebben we clubjes gemaakt waarin we het beroepsthema onder de loep nemen: hoe ziet de eindopdracht eruit? Wanneer moet deze afgerond zijn? Welke verwerkingsopdrachten kun je inzetten? Hoe houden we de student aan zet? De studenten hebben de focus op de eindopdracht. Met formatief handelen houden we de aandacht op het ontwikkelingsproces. Ik voel heel erg: we zijn geen leraren, maar coaches die de student verder helpen als ze ergens tegenaan lopen. Ik geef de klas veel vrijheid, maar heb de studenten stuk voor stuk in het vizier, loop bij ze langs en vraag wat ze van mij nodig hebben. Studenten met gelijkwaardige vragen zet ik bij elkaar en dan komen ze er samen uit of geef ik vervolgens uitleg. De rest van de klas kan dan gewoon verder.’
Wat heb jij nodig?
‘Daarmee bereik ik dat ik weinig weerstand van de studenten krijg: ik zie blije studenten. En daar krijg ik weer energie van. Ik word er blij van als ze zeggen: ik heb nu echt iets geleerd. Tijdens de les breng ik mijn ervaringen het lokaal in. Zoals laatst over angststoornissen. Daar kan ik over vertellen, omdat ik op missie ben geweest en daarbij niet altijd even leuke ervaringen heb opgedaan. Zo kan ik ze raken en bereiken. Maar ik maak ook duidelijk afspraken met ze over het gedrag dat ik verwacht. Als het ontspoort, grijp ik direct in. Ik verwacht dat als een student in mijn les zit, hij of zij meedoet, anders moet je niet hier zijn. We zijn dan even goede vrienden. De student is aan zet en mijn vraag is: wat heb jij van mij nodig?’
Winstervaringen
‘Ik wil graag iets betekenen voor het onderwijs, dat is mijn drive. Dat doe ik door studenten te coachen en te motiveren. Ik geloof onvoorwaardelijk in de student. Zo krijg ik de studenten in een flow. Ik probeer ze winstervaringen te geven: dat ze een gevoel van groei ervaren, zowel persoonlijk als professioneel. Soms is de les ondergeschikt en is het persoonlijke belangrijker. Als je én je opleiding haalt en je persoonlijk hebt ontwikkeld, dan ben ik tevreden. Laatst zei een student: ‘Ik had nooit verwacht dat ik dat zou kunnen.’ Dan heb je me!’
Behoud zorgstudenten
‘Er stromen binnen ons onderwijs veel mensen af en dat komt ook omdat er naar mijn mening te expliciet over niveaus gesproken wordt. Zij vertrekken hierdoor van school en verdwijnen voor de zorg. De zorg moet die mensen missen. Ik ben ervan overtuigd dat als we ze op een andere manier benaderen, we ze kunnen behouden voor de zorg. Nu lopen de zorgtekorten alleen maar op. Hiervoor moet echt iets gebeuren, ook in het onderwijs.’